‘Praten over rouw maakt minder eenzaam’
Hoe vind je troost als je een dierbare hebt verloren? Die vraag is moeilijk te beantwoorden. Iedereen ervaart rouw anders. En iedereen zoekt op een andere manier steun. Yuhane (48), Jeannette (55) en Babette (35) weten hoe het is om iemand te verliezen van wie je houdt. Alle drie vonden ze op hun eigen manier troost.
Yuhane Verloor zijn grote liefde Anuschka.
Jeanette Verloor haar vader Jan.
Babette Heeft afscheid moeten nemen van beide ouders.
Zo gaven de foto’s en herinneringen die Yuhane met zijn vrouw maakte hem kracht. Anuschka overleed op 36-jarige leeftijd door complicaties na een operatie. “Ik keek veel naar haar foto’s en liet herinneringen de revue passeren. We waren avontuurlijk en ondernemend. We wilden al onze dromen laten uitkomen. Zo hebben we bergen beklommen en gingen we vaak op vakantie. Ze was extravert en spontaan. Dat vond ik zo mooi aan haar. Tijdens haar laatste dagen spraken we af dat ik mijn dromen zou blijven najagen als zij er niet meer zou zijn.”
Tijdens rouwwandelingen deelde hij zijn verhaal met lotgenoten. “We wandelden in de buurt. Je kunt je hart luchten als je daar behoefte aan hebt of gewoon lekker wandelen om je hoofd leeg te maken. Het voelde fijn om met mensen te zijn die ook iemand hebben verloren. Dat schept toch een band.”
Verbinding
Ook Jeannette vindt het fijn om haar verhaal te kunnen delen. Ze haalt graag herinneringen op met anderen. “Dat geeft verbinding.” Haar vader Jan overleed toen hij 83 jaar was. “Als je er niet over kunt praten, dan moet je je verdriet binnenhouden. Dat lijkt me vreselijk. En als je aan overleden mensen denkt, dan betekent het dat ze nog bij je zijn.”
De meeste troost haalt ze uit een tatoeage die ze na zijn overlijden liet zetten. “Als ik er niet meer ben, kom ik op je schouder zitten en leef ik met je mee. Dat zei mijn vader altijd tegen mij. Ik antwoordde dan dat ik een zeilboot op mijn schouder zou tatoeëren, zodat hij comfortabel met mij kon meevaren.” Zeilen op zee was hun gezamenlijke passie. “Door de tatoeage voelt het echt alsof mijn vader nog bij me is.”
‘Door de tatoeage voelt het echt alsof mijn vader nog bij me is.’
Jeannette
Dragen van verdriet
Ze gelooft ook dat haar overleden dierbaren nog steeds bij haar zijn. “Als een boot achter de horizon verdwijnt, dan zie je hem niet meer. Maar hij is niet weg. Dat is ook zo met mensen die zijn overleden. Ze zijn niet weg, want ze zijn nog steeds bij ons. Die gedachte biedt mij ook troost. Soms doe ik iets waarvan ik wilde dat mijn vader of moeder erbij was. Dan vertel ik mezelf dat ze er op een andere manier bij zijn, ook al zie ik ze niet meer. Door deze denkwijze wordt het dragen van verdriet makkelijker.”
Volgens Babette laat rouw een kras achter op je ziel. “Het gaat nooit meer weg. Het is iets wat je alleen draagt. Ook al zijn er mensen om je heen die voor je klaarstaan. Zij kunnen niet voelen hoe het voor jou is.” Wel wordt na verloop van tijd de pijn minder scherp. Op haar zestiende verloor ze haar moeder vrij plotseling aan een hersenbloeding. Op haar 33e overleed haar vader aan een hersentumor.
Contact maken
Ook Babette vertelt dat praten over verlies belangrijk voor haar is. “Rouw is een eenzaam proces. Als we allemaal opener zijn over het verlies van een dierbare en de pijn die het met zich meebrengt, dan voelt het minder eenzaam. Het voelt als een taboeonderwerp. Door er samen open over te zijn, creëer je iets anders.”
Maar wat zeg je tegen iemand die rouwt? Die vraag is moeilijk te beantwoorden. Maar het verdriet negeren is geen oplossing. “Je kunt niets zeggen om het beter te maken”, zegt Babette. “Bij het overlijden van mijn moeder was ik nog jong. Sommige vrienden zeiden dat ik kon bellen als ik iets leuks wilde doen, maar daar had ik niets aan. Ik wil dat iemand een arm om mij heen slaat terwijl ik huil, dacht ik. Bij mijn vader was het anders. Mensen kwamen eten brengen of waren er gewoon voor me. Dat was fijn. Contact maken, daar draait het om. Een kaartje of een kort bezoek. Je hand uitreiken is al genoeg.”
Kleine troostdingetjes
Tegenwoordig vindt Babette troost in dieren en natuur. “Toen mijn moeder overleed en opgebaard lag in ons huis, zat er een lieveheersbeestje op haar schouder. Die vloog toen op mijn schouder. Dat was een intens verdrietig, maar ook een mooi moment. Elke keer als ik een lieveheersbeestje zie, dan denk ik eraan. Het voelt alsof mijn moeder zegt: kom op, ik ben erbij. Dat zijn kleine troostdingetjes.”
Volgens haar halfbroertje zou haar vader terugkomen als een vogel. “Dan ga je daar toch op letten. Voor mij was het bijzonder toen een zwaan laag over de weg vloog en opeens midden op straat voor mijn auto neerstreek. Hij bleef staan met zijn vleugels wijd open en keek me aan. Het lijkt alsof de natuur daarin de magie bezit om mijn ouders weer even wat dichterbij te laten voelen.”